Een vuil verslag
5 november 2009
Op 1 november was het de 6de vuile liekesavond in folkcafé Den Heksenketel. Hier vind je een tekstverslag, een fotoverslag en ook enkele video-opnames die de groep Hopeloos maakte.
Op 1 november was het de 6de vuile liekesavond in folkcafé Den Heksenketel. Ik had me verwacht aan 4 man en een peerdenkop, maar de realiteit was een vol café met een podium en veel micro’s. Vuile liekes zijn een goed excuus om voor samen te komen: het publiek kan zich voyeursgewijs verkneukelen aan de teksten en would be artiesten kunnen vrijpodiumgewijs hun ding doen zonder dat ze al te serieus worden genomen.
Is dit dan folk? Ja natuurlijk, want het is volksmuziek over thema’s die al eeuwenlang het publiek beroeren. En er werd o.a. geput uit oude liedbronnen en uit de mondelinge overlevering. Het ging dan ook over o.a. mosselmannen en naaimachienen. Daarnaast bleken beffen en het WC-gebeuren de meest inspirerende thema’s te zijn van deze laag-bij-de-grondse avond.
Oppervuilsteliekesgoeroe Rudi Sturm leidde zoals steeds het geheel in scheve banen en bracht een stevige ode aan de penis. Of hoe heet dat ding nu ook weer precies?
De groep Hopeloos deed waar ze goed in zijn. Op’t Gemakske, een Hopeloze afsplitsing, bracht de gesmaakte kaskraker ‘Kom van’t gemak af’. Toonhoogtes zullen hen alvast worst wezen.
De uiterst sympathieke en charmante Jeanne de Kakmadam, die zich verwacht had aan 4 man en een peerdenkop, kroop gezwind op het podium om haar beroep voor te stellen. Voor wie zich afvroeg waar haar lied vandaan kwam: de auteur is de godvergeten Antwerpse volkszanger Gotjumenas. Gotjumenas is de naam van een Keltische vruchtbaarheidsgod, als je goed kijkt vind je hem in ontmande staat boven de ingang van het Steen. Echte Antwerpenaars gebruiken deze ‘gotjumenas’ nog steeds als synoniem voor ‘godverdomme’.
Daarna zong Wannes Tijskens vrolijk over zijn keerske in een lanteernke zetten.
En toen vielen de 3 heren van Katastroof in vol ornaat en met schoon madammen het café binnen. O.a. hun beflied was uiterst vettig en compleet vrouwonvriendelijk, maar het moet gezegd zijn, die mannen kunnen tussen hun verdorven fantasieën door verdorie schoon driestemmig zingen. Ze zongen trouwens ook een eigen versie van het ‘brave’ lagereschoollied ‘Het loze vissertje’.
Martin bracht met gitaar enkele subtielvuile kleinkunstnummers. Die mens wil ik nog wel eens horen. En dan was er ook nog de expressieve man met de peerdenstaart die een goedgesmaakte ode bracht aan de ambetante buurvrouw van den Heksenketel, weliswaar onversterkt, want na 22u roept ze de pollis.
Ik vergeet een en ander, maar er is volop genoten van deze vuile liekesavond! Dank U wel aan iedereen die dit mee mogelijk maakte.