Interview met Koen Dhondt van Frisse Folk

7 augustus 2011

Folklof III
Al een aantal jaren worden er door Frisse Folk vzw folkdanslessen georganiseerd in de Casa de Carmen in Borgerhout. In september 2011 starten er weer 4 reeksen danslessen in Antwerpen en daarom werd het tijd om eens een babbel te doen met de oprichter en drijvende kracht van Frisse Folk: Koen Dhondt. Dat is een interessant gesprek geworden over folk en folkdans dat je kan nalezen in dit interview.

 

 

Folk in Antwerpen (FiA): Kan je jezelf eens voorstellen?
Koen Dhondt (KD): Ik ben Koen, ben 34 jaar en ben in Kessel opgegroeid, waar ik op mijn elfde in de volksdanswereld ben terechtgekomen, met Israëlische en Balkandansen. Ik mis dat niet, ik voel me veel beter thuis in de folk, maar het is wel een basis die ik meegekregen heb.

In mijn eerste licentie Romaanse talen in Leuven ben ik op Erasmus geweest naar Salamanca in Spanje en dan ben ik gestopt met die dansgroep. In mijn laatste jaar in Leuven gaf ik op een onthaaldag voor Erasmusstudenten voor de eerste keer een dansinitiatie: een jig en een tovercirkel. Dat was in 1998, voor de balrevival. Omdat het zo’n succes was, is op dat moment voor mij het lesgeven begonnen.

Pas in 2000-2001 leerde ik folk kennen tijdens mijn verblijf in Portugal, in een café met jamsessie. Daar heb ik mijn eerste bourrée gedanst. Ik leerde toen festivals als Gennetines en Andanças kennen. Vanaf toen heb ik mij toegelegd op folk en ben ik stages beginnen volgen.

Sinds januari 2002 combineer ik mijn job als lesgever Nederlands bij de VDAB met het geven van danslessen. Ik ben in Brussel begonnen in de Pianofabriek. Op een gegeven moment moest ik een extra danszaal hebben en heb ik Muziekpublique gecontacteerd. Toen het leerlingenaantal toenam, heb ik Aurélie Giet uitgenodigd om ook les te geven. Die kende ik van op een bal en dat klikte ongelofelijk.

FiA: En voor de andere lesgevers is het op dezelfde manier gegaan?
KD: Carine en Erika hebben heel lang bij mij les gevolgd en zijn dan danspartner geworden in de lessen. Carine had al heel veel danservaring, van de Jazzdance. Erika heeft ook volksdanservaring en had ook een opleiding kinderdans gevolgd. Later had ik nog meer leerlingen, en heb ik Griet gevraagd, die ik heb leren kennen in de tienergroep toen ik 12 was. En ondertussen is Pierre er dan bijgekomen. Ongeveer twee jaar geleden is hij in België aangekomen. Omdat Pierre een ongelooflijk danstalent is, heb ik hem meteen lessen in Antwerpen toevertrouwd, ook al spreekt hij de taal niet. Hij is wel heel vlot in het Engels en het Frans. Anita Iliaens is de laatste nieuwe prof in het rijtje. Frisse Folk is nu een dansschool met 300 leerlingen geworden met het statuut van een vzw.

FiA: Ben je nog met andere dansstijlen dan folkdans bezig geweest?
KD: Ik ben 6 jaar geleden met tango begonnen,. Een heel leuke ontdekking, want het is een koppeldans met heel veel mogelijkheden. Ik ben de laatste tijd bezig om tango-elementen in koppeldansen, en vooral mazurka dan, in te brengen: de tangurka. In creatieve dansen als scottish en mazurka kan je daar heel open mee omgaan. Tijdens het lesgeven ga ik anderzijds wel veel traditioneler om met dansen die uit een specifieke streek komen, en die een eigenheid hebben, zoals bourrees bijvoorbeeld. En tijdens een bal neem ik dan weer de vrijheid om overal op te improviseren.

FiA: Wat is er nu zo aantrekkelijk aan de folk?
KD: Het is in de eerst plaats een heel fijn milieu, waar je je op je gemak voelt, waar mensen relaxed zijn in een open sfeer. Het dansen is een leuke manier om met mensen in contact te komen. Je beleeft samen korte momenten, vooral op festivals dan. Je bent dan een paar dagen heel intensief samen, je ziet ze een half jaar of een jaar niet, maar dat is ook niet erg. Ik heb dan van festival tot festival een heel netwerk opgebouwd van dansvrienden van overal, dat is heel belangrijk en heel motiverend.

FiA: Ooit gedacht aan een instrument?
KD: Goh…jeugdtrauma. Mijn ouders hebben mij verplicht om naar de muziekschool te gaan. Ik was daar te jong voor, ik had daar geen motivatie voor en ik begreep er ook het nut niet van. Het waren oude lesgevers die bijna op pensioen waren, en op traditionele stijl lesgaven. Dan moest ik een instrument kiezen dus heb ik een aantal jaren een gitaar mishandeld. Ik heb daar wel wat noties opgedaan in de notenleer, en een beetje ritmisch aanvoelen en zo, maar ik heb er nu ook geen tijd meer voor En ook niet de motivatie om nog een hele leerfase te doorworstelen.

FiA: Wat is folk voor jou?
KD: Ik heb een heel interessant discours gehoord daarover in de Auvergne, bij een stage van Eric en Didier Champion, die specialisten zijn in de Bourrée Auvergnate. Zij spreken over drie milieus: traditionele dans, folkloredans en folkdans. Met traditionele dans bedoelen ze de dansen zoals die vroeger in een rurale maatschappij gedanst werden, een samenleving die ondertussen niet meer bestaat in West-Europa. Dat is het platteland, terug in de tijd, waar dans deel uitmaakt van het dagelijkse leven. Waar bij speciale gelegenheden spontaan de traditionele dans uit de streek werd gedanst. Dan hebben we de volgende fase, de folkloredans. De essentie van folkloredans is een voorstelling geven, optreden, dingen tonen. Dat betekent dat je op een podium staat en dat is een heel andere visie op dans. Spontaniteit en diversiteit op een podium is visueel niet aantrekkelijk. Daar moeten afspraken zijn en iedereen moet hetzelfde doen. Dat is een heel andere manier van omgaan met dans dan bij de traditionele dans. Soms zit er bij die folkloregroepen ook een beetje nationalisme bij, van kijk eens wat een rijk cultureel patrimonium onze streek heeft. De laatste, ook chronologisch, is folk, waar er eigenlijk helemaal geen drang is om dingen te tonen, geen kostuums en geen optredens. Dans is een vrijetijdsbeleving geworden en de mensen komen voor hun plezier. Dat heeft een aantal voordelen: het is een heel open milieu, vrij tolerant, je kunt heel gemakkelijk instromen omdat er een aantal groepsdansen zijn die op basisniveau heel toegankelijk zijn. De huidige generatie folkmuzikanten maakt toegankelijke, eenvoudige muziek. ze spelen een repertoire van overal en als milieu is het heel aangenaam. De kernwoorden zijn: amusement, creativiteit, en vrijheid (zowel muzikaal als op dansgebied), Folkies dansen niet om dingen te behouden, ze zien het niet als een soort levend museum.

Er zijn ook wel nadelen aan de alomtegenwoordigheid van folkdansers en folkmuzikanten: folkgroepen spelen een repertoire van overal, of ze dat nu kunnen of niet, of ze nu contact hebben gehad met het origineel of niet. Een aantal folkgroepen componeren bijvoorbeeld rondeaus op basis van andere Vlaamse folkgroepen en eigenlijk wordt er meer en meer vrijheid genomen. Tot op het moment dat de essentie van de dans, die in de muziek moet zitten om de danser goesting te geven om te dansen, wat weg is. Ook zijn er een heel aantal dansen die verarmd worden, alle diversiteit die er was in de traditionele dans wordt weggevaagd en er wordt één standaardversie overgehouden.

In de folkloredans en de traditionele dans waren die mensen allemaal specialisten in hun repertoire, zowel de dansers als de muzikanten. En dat is bij de folk weg en dat is wel jammer. Er wordt van de dansleraar verwacht dat hij alle dansen en alle repertoires beheerst en uitlegt. Ik heb dat ook gedaan en dat is ook een leerproces geweest voor mij. Op den duur leer je van sommige repertoires de achtergrond kennen en merk je dat wat je de vorige keer uitgelegd heb, één variant is en niet het evangelie.

Folklof III

FiA: Hoe zit het met de concurrentie voor Frisse Folk?
KD: Op gebied van danslessen, wat zonder twijfel de hoofdactiviteit is van mijn organisatie, zijn er maar 2 grote spelers op de markt. Boombal & Frisse Folk. Bij Frisse Folk komen de danslessen op de eerste plaats, en onze meerwaarde ligt in het grote aantal lessen voor (half)gevorderden en de specialisatie (muzikaliteit, danslabo’s polska, bourrees, Zuid-West Frankrijk, tangurka…). We proberen de referentie te blijven voor kwaliteitszoekers, mensen die van in ’t begin gedreven willen leren.

In Antwerpen is er ook Katrien Van Craenenbroeck : zij is heel traditioneel georiënteerd en leert vooral het Vlaamse traditionele repertoire aan. Voor de rest is er in Wallonië Michaela en Micheline en Stéphan in Brussel. Folk in Leuven organiseert ook dansactiviteiten en ik heb daar ook al stages gegeven. Voor Folk in Limburg gaat Anita nu de danslessen in Herk geven, dus daar werken we zeer vruchtbaar mee samen.

FiA: Wie zijn je grote voorbeelden?
KD: Daniel Detammaecker is iemand die ik heb leren kennen op festivals en ik was echt onder de indruk van zijn danstalent. Ik denk dat ik van veel mensen verschillende dingen geleerd heb. Van Aurélie Giet heb ik de traditionelere stijl leren kennen en appreciëren en van Daniel het repertoire van Zuid-West Frankrijk en zijn energieke dansstijl. Pierre Corbefin en de broers Champion hebben respectievelijk in Gascogne en de Auvergne fantastisch veldwerk verricht en bij hen les volgen is ontzettend leerrijk. Ik apprecieer ook erg wat Bernard Coclet doet met het dansfestival Gennetines.

FiA: Heb je festivaltips voor de folkliefhebbers?
KD: Buiten de evidente aanraders zoals Genetines en Boombalfestival, vind ik Damada heel leuk en sfeervol, hoewel de dansvloeren de laatste jaren nogal vol zitten. De wintereditie van Gennetines is speciaal, maar dat is met een beperkt aantal deelnemers omwille van capaciteit. In Enschede in Nederland is er een heel leuk stageweekend in het voorjaar. Prima georganiseerd en een erg leuke sfeer. En wie in contact wil komen met traditionele dans en met de bourrée auvergnate moet zeker eens naar Les Brayauds (Stage en Festival Les Volcaniques) gaan begin juli.

FiA: Welke danslessen staan er in Antwerpen op het programma?
KD: Pierre geeft vanaf half september 2011 een gevorderde groep en een groep halfgevorderden op woensdag. Ikzelf geef op donderdag een nieuwe niveau 1 voor beginners en ook een niveau 4 voor gevorderden.

FiA: Zijn er folkdingen die je nog op langere termijn zou willen doen?
KD: Zelf iets meer stages kunnen volgen. En ook iets meer dansstages geven, omdat een les redelijk kort is, is het een deel opwarming, wat herhaling en een beetje uitbreiding. Met een stage heb je die tijd ook wel nodig, maar daarna heb je nog 3 uur. Er zijn ooit projecten geweest om zelf stageweekends met overnachtingen te organiseren, maar dat is organisatorisch te zwaar, dus haal ik mijn favoriete Franse proffen naar Brussel voor dag- of weekendstages . Wat ik ook heel graag doe is goeie, vaak minder gekende, Franse groepen naar hier halen. Met een beperkt publiek is dat wel een risico, dat ik soms wel neem. Ik wil ook de groepen van bij ons, nog meer kennis laten maken met het traditionelere repertoire.

FiA: Welke projecten staan er binnenkort op stapel?
KD: Een reeks kwaliteitsbals in Brussel met Franse en Belgische topgroepen: onder andere de CD-voorstelling van Naragonia Quartet op 16 september 2011 in Antwerpen en een mega-Bal & Basta met Naragonia Quartet, Duo Brotto-Lopez (Fr) en AmorromA Quartet op 11 december 2011, om 10 jaar Frisse Folk te vieren.



Kalender

donderdag 1 juni 2023

vrijdag 2 juni 2023

zaterdag 3 juni 2023

zondag 4 juni 2023

vrijdag 9 juni 2023

zondag 11 juni 2023

woensdag 14 juni 2023

zondag 25 juni 2023

maandag 26 juni 2023